Gratiën in verf

Wat heeft jou doen besluiten om een kunstopleiding te gaan volgen?

Toeval.

Ik volgde de lerarenopleiding voor de vakken biologie en huishoudkunde. Ik heb Huishoudkunde omgewisseld voor Tekenen. Toen bleek ik tekenen ontzettend leuk te vinden. Op een gegeven moment mocht ik wegens een onvoldoende voor tekenen niet door naar het volgende jaar. Ik was zo boos dat ik al mijn tekeningen heb gepakt en deze bij de Rietveld Academie ter beoordeling heb aangeboden. Daar werd ik toegelaten. Naast mijn lerarenopleiding ben ik de avondopleiding van de Rietveld Academie gaan doen. Na het afronden van mijn lerarenopleiding ben ik les gaan geven en heb ik ´s avonds de opleiding aan de Rijksacademie (?) gevolgd. Hier heb ik ontzettend veel geleerd. Hetgeen me altijd is bij gebleven, is de opmerking van één van de docenten: “ Als je een duif in je hand houdt, dan voel je het hartje kloppen… . En als je de duif los laat dan voel je nog steeds dat hartje in je hand kloppen. Dát moment moet je schilderen…” Voor mij betekende dit, dat als je dat moment kunt vastleggen dan kan je de geur van de wind, de stilte van het water schilderen. De essentie van het moment. Schilderen is niet zo maar een truckje met wat kleurtjes, je moet het gevoel vastleggen.

 

Waar put jij jouw inspiratie uit voor jouw schilderijen?

Wandelen, beweging en momenten van rust en leegte. Het is heerlijk om 2 tot 3 weken weg te gaan, te wandelen en de kleuren rondom me op te snuiven. Wat ik zie sla ik op in mijn hoofd. Beweging in mensen vind ik ook boeiend, dat kan een fotootje in de krant zijn, of mensen op straat. Ik zie iets en ik probeer de beweging te pakken en de impressie daarvan vast te leggen, vergelijkbaar met de wegvliegende duif.

 

Hoe omschrijf jij jouw eigen verfgebruik en kleurgebruik?

Elke dag begin ik als een soort ritueel weer met een nieuw opgezet palet, waarbij de kleuren er in een vast patroon op komen te staan. Schone terpentine en schone paletmessen. Iedere morgen is zo weer een nieuw begin en zit ik niet vast aan het blauw van gister. Ik gebruik verf van goede kwaliteit, ook dat vind ik belangrijk. En ik gebruik veel verf, ik ben zeker niet zuinig! Aan het eind van elke dag maak ik mijn palet en alle paletmessen schoon om de volgende dag weer opnieuw te kunnen beginnen.

Rood heeft mijn voorkeur. Hiervan heb ik bijna alle kleurvariaties. Rood werkt prachtig als je het versterkt met een puntje groen of blauw. Proefondervindelijk meng ik zowel op het palet als op het doek en zo ontstaan er steeds weer nieuwe tinten. Doordat ik lagen verf over elkaar heen op het doek zet ontstaan door gebruik van het paletmes nieuwe kleurschakeringen. Sommige delen zet ik dik op en bij andere delen schraap ik de verf er weer af. Het afschrapen van de verf van het doek geeft soms net zo veel effect als het er op zetten.

 

Hoe kom jij tot de keuze van de onderwerpen voor jouw schilderijen?

Tijdens mijn periode in Portugal in de jaren 80 werkte ik altijd abstract. Toen ik terug kwam in Nederland in 1993 bleken mijn schilderijen allemaal steeds een horizontale lijn te krijgen. Ik werd er gek van. Bij het zoveelste doek met een horizon, ondergaande zon en zee was ik het beu. Ik draaide het doek een kwartslag en zag opeens langgerekte mensfiguren. De horizontale lijn werd een verticale lijn. De eerste doeken kregen mensfiguren, langzaam maar zeker kwamen daar hoeden, wapperende rokken en kraagjes bij. Soms abstract en soms ook geïnspireerd door een mooie kostuumfilm om er meer detaillering in te brengen. Ik blijf altijd zoeken naar de balans tussen impressie en abstractie.

´s Ochtends als ik begin weet ik meestal wel of ik mensfiguren, bloemen of een landschap zal schilderen en in welke kleur.  Na het opzetten van mijn palet begint het spel van de verf op het doek. Moet het iets lichter? Moet het iets donkerder? Rechtsboven is het goed, maar hoe moet het nu linksonder verder? Zet ik de verf dik op of moet de laag dunner en weg geschraapt worden? Ik laat het schilderij ontstaan, het is eerder een dialoog met verf, dan dat ik het bepaal. Elk beetje verf krijgt een kans.

Welke betekenis hebben de vrouwfiguren in jouw werk?

Zelfstandigheid. Niet bang zijn voor mijn eigen gevoel maar hiernaar luisteren en handelen. Ik denk dat ik mezelf schilder. Als kind liet ik me altijd beïnvloeden door de mening van anderen. Het is voor mij een zoekproces geweest om uit te vinden wat ik zelf wil. Mijn zoektocht heeft me naar het buitenland geleid. Ik heb blijkbaar zover moeten reizen om daadwerkelijk dat te gaan doen wat ik echt wilde gaan doen. Nadat ik gescheiden was en voor mij en mijn dochter moest zorgen heb ik de kwast vastgehouden. Ik besloot mijn eigen geld te verdienen en niet bang te zijn voor de verf, niet bang te zijn voor het canvas en te accepteren dat het ook soms fout mag gaan. De vrouwfiguren stralen kracht uit, zij staan waar ze voor staan en aanvaarden de consequenties van hun eigen beslissingen. Zij hebben geen angst voor het onbekende.

 

Welke droom wil jij graag vervuld zien?

Een tentoonstelling van mijn werk in het Singer Museum in Laren. Hier worden altijd prachtige tentoonstellingen georganiseerd. Je voelt de zorg en liefde waarmee dit museum ooit tot stand is gekomen. Net als de Frick Collection in New York, èèn van de mooiste privé verzamelingen die ik gezien heb.

Hoe omschrijf jij jouw eigen ontwikkeling in jouw schilderkunst?

Mijn ontwikkeling gaat nog steeds door, zij staat niet stil. Per toeval ben ik hierin gerold. Ik raakte helemaal gefascineerd door het tekenen. Schilderen is een soort ademhalen voor mij. Het is een noodzaak en het hoort bij mijn leven. Soms is mijn schilderkunst mij een stapje voor, zij verrast mij en dan moet ik er even weer een beetje harder aan trekken. Soms ben ik verder dan mijn schilderkunst die dan op haar beurt weer volgt. Schilderen vraagt veel oefening, het is een topsport, alleen hier begint het pas na je 40ste .

 

Hoe komen jouw schilderijen tot stand?

Het is geen vooropgezet plan. ´s Ochtends weet ik wel wat ik ga schilderen maar het hoe is een proces. Soms begin ik met een donkere onderlaag waar ik wit op zet en vervolgens het wit er weer vanaf schraap. En dan kijken wat er gebeurt. Ik werk in alle rust met grote voorzichtigheid. Steeds kijk ik weer wat er gebeurt als ik een nieuwe laag op het doek aanbreng. Met zorg en de nodige onzekerheid probeer ik de juiste beslissingen te nemen. Als je te zeker van jezelf bent neem je snel verkeerde beslissingen. Belangrijk is om steeds weer te observeren en te ervaren wat er gebeurt op het doek. Dat is een fascinerend en inspirerend proces.

 

Welke invloed heeft de periode dat jij in Portugal woonde gehad op jouw kunst?

In Portugal heb ik geleerd de zakelijke kant te ontwikkelen. Wat verkoopt? Welke prijs vraag je hiervoor? Het maken van kunstwerken en het verkopen ervan zijn twee verschillende werelden, zeker als het je eigen werk aangaat. Soms is het maken van de kunstwerken gemakkelijk, maar dan het verkopen nog.

In deze periode heb ik veel over mezelf geleerd en hoe met mensen om te gaan. Er was een klant die tegen mij zei: “ Hou je mond eens dicht, ik kan niet eens nadenken!” De mensen moeten in hun eigen tempo kunnen beslissen. Je krijgt een kick als je ziet dat dat goed gaat. Het werk vindt altijd een plaats, het verkoopt zichzelf.

 

Welke invloed heeft het leven in de Noord Oost polder op jouw kunst?

In Nederland wonen en werken is wonen en werken in Luilekkerland, heel anders dan mijn leven in Portugal. Hier houden mensen zich aan de afspraken. Nederland is overzichtelijk. In Portugal moest ik soms enorme bergen werk verstouwen onder moeilijke omstandigheden, in Nederland is het allemaal veel gemakkelijker. Hierdoor hoef ik minder tijd te besteden aan alle beslommeringen rondom de zakelijk kant en kan ik me meer toeleggen op het schilderen. In Portugal schilderde ik abstract en aquarel-achtig. De vrouwfiguren hebben hier in Nederland orde in aangebracht. Hier is de balans tussen de impressie en het realistische in de voorstelling en compositie ontstaan. De kracht van de impressie is de juiste details in één keer goed op het doek zetten. Heel losjes. Soms moet je dat honderden keren overdoen…

 

Welke boodschap wil je meegeven met jouw kunst?

Ik heb niet zozeer een boodschap maar ik vind wel dat mensen er van moeten genieten. Als het doek klaar is dan is mijn werk gedaan. Het doek moet naar de koper iets doen. Het is prachtig als mensen trots zijn op het doek dat zij hebben gekocht en dit ook komen vertellen. Daar geniet ik van.

Wie uit de kunstgeschiedenis bewonder je voor zijn of haar werk?

Willem de Kooning en Isaac Israëls.

In mijn studententijd zag ik de documentaire over Willem de Kooning in zijn atelier. Steeds liep hij van zijn doek door zijn enorme grote atelier terug naar zijn stoel, dan zat hij bijna en keek naar het doek en liep vervolgens terug naar het doek om even iets te doen. Vervolgens liep hij terug naar zijn stoel om vrijwel meteen daarna weer terug naar het doek te lopen. Zijn zorgvuldige kijken heeft diepe indruk op mij gemaakt. Neem nou bijvoorbeeld het werk “Rosy fingered dawn at Louise Point” uit 1963. Zo´n fantastisch werk, dat hij dat kan zonder enige vorm van houvast in die dikke lagen verf. De compositie klopt helemaal en het doek is ook mooi van kleur en materiaal gebruik.

Isaac Israëls vertegenwoordigt voor mij meer de snelheid in detail. Het dametje, het kraagje, de dunne lijn tussen realistische herkenbaarheid en toch ook weer een impressie van de vluchtigheid van de beweging. Maar in sommige werken zie je zijn grove achtergronden en gebruik van door en door gemengde verf.

Soms komen de invloeden van beide kunstenaars in mijn werk samen. De kracht van de verf van Willem de Kooning en de herkenbaarheid, maar toch ook de impressie van Isaac Israëls, die combineer ik.

Wat betekent schilderen voor jou?

Een vorm van ademhalen die ik per toeval heb ontdekt. Het is een levensvorm geworden. Schilderen is dichtbij mezelf blijven. Als je de hele dag hebt geschilderd kan je aan het einde van de dag zien wat je hebt gedaan, mijn ontwikkeling en gevoel zetten zich vast in de verf. En ik kan me verheugen op de volgende dag om weer te gaan schilderen, geen afspraken in de agenda, rust. Verf er op/ verf er af — blijven kijken, met het makkelijkste beginnen of het meest logische. Die beslissing maakt een volgende stap mogelijk. Totdat je eindelijk tevreden bent    –   of min of meer tevreden en je de rest aan de tijd overlaat. Tijd is een rijpingsproces, ook voor een schilderij.

Welke gebeurtenissen bestempel je als een ommekeer in jouw leven en jouw kunst?

Mijn echtscheiding in de periode dat ik in Portugal woonde en het overlijden van mijn zus nu bijna twee jaar geleden. De scheiding had tot gevolg dat ik mijn eigen zelfstandigheid moest realiseren. Kiezen om geld te verdienen en mijn dochter op te voeden. Ver van alle familie en de vertrouwde wereld, moest ik wel aanpakken en de penseel vasthouden. Het verlies van mijn zus heeft me doen realiseren hoe vergankelijk het leven is. Dat alles voorbij gaat. Leren leven met verdriet, zonder dat het verdriet jouw leven overneemt.

En als ik dan met verf bezig bent dan hoef ik niet zo na te denken. Ik zak in de verf en laat me leiden door de kracht van mijn onderbewustzijn. Daar lost het probleem zich op.

Wat is het verschil tussen Annemiki Bok als persoon en Annemiki Bok als kunstenares?

Als ik schilder zit ik op de plek van het onderbewustzijn. Dat is een hele veilige haven. Je doet het omdat je het doet en op zich is dat al goed. Als ik schilder voel ik me op mijn gemak en vertrouwd.

Als persoon ga ik met dezelfde voorzichtigheid als wanneer ik schilder te werk. Ik geef mezelf de tijd situaties op een andere manier te zien, totdat ik een positief antwoord heb. Het is heerlijk om goede energie om je heen te hebben en dus ook aardige mensen die zichzelf zijn. Het dagelijks leven is een constant bijstellen van normen en waarden in combinatie met je gevoel. Ik vind het belangrijk om gelukkig te zijn.

Mijn ouders zijn als pioniers hier in de polder begonnen. Begonnen met niets, één grote lege vlakte. Dat lege canvas is langzaam opgevuld. Ze hebben hier hun kinderen gekregen en hun kleinkinderen en zijn gaan leren houden van dit gebied met zijn grote leegte en het harde werken. En op de één of andere manier deel ik die werklust en ondernemersschap. Ik vind het heerlijk om in de stad te zijn, onder te duiken in de anonimiteit. Maar ik ben ook heel blij als ik weer de Ketelbrug overrijd en me terug laat glijden in het weidse en vertrouwde gebeuren van elke dag.